De Griekse Mythologie ( essay )

De belangrijkste verhalen uit de Griekse oudheid

Voorwoord

Als kind kreeg ik van mijn tante een serie boekjes over verschillende interessante onderwerpen. Eén van deze boekjes ging over de Griekse mythologie. Ik was direct gefascineerd door de prachtige verhalen en heb het boekje letterlijk stukgelezen. Daarna volgden nog veel meer boeken over dit onderwerp. Nadat ik ook de Ilias en de Odyssee van Homerus had gelezen werd het tijd om mijn kennis te delen met een breed publiek.

Ik hoop dat ik in mijn opzet ben geslaagd en dat de lezer van dit essay gegrepen wordt door de verhalen.

Veel leesplezier,

 

Bas van den Brink

Januari 2016

 

 

1        Inhoud

 

Inhoud

Voorwoord.

1       Inhoud.

2       Inleiding.

3       Lijst van de goden.

4       Het Griekse scheppingsverhaal.

4.1        Inleiding.

4.2        De Goden.

4.3        De mensheid.

5       Heracles.

5.1        Inleiding.

5.2        Geboorte en jeugd.

5.3        De twaalf werken.

5.4        De dood van Heracles.

6       De Argonauten.

6.1        Inleiding.

6.2        Het gulden vlies.

6.3        Jason. 17

6.4        De dood van Jason.

7       Oedipus.

7.1        Inleiding.

7.2        Geboorte en jeugd.

7.3        Boetedoening.

8       De Trojaanse oorlog.

8.1        Inleiding.

8.2        De aanloop naar de oorlog.

8.3        De oorlog.

8.4        Het paard van Troje.

8.4.1         De moord op Agamemnon.

9       Odysseus.

9.1        Inleiding.

9.2        De reis van Odysseus.

9.3        Telemachos.

10         Enkele korte sagen.

10.1      Inleiding.

10.2      Arachne.

10.3      Daedalus en Ikaros.

10.3.1       Ariadne.

10.4      Narcissus.

10.5      Koning Midas.

10.6      Perseus.

11         Literatuur

 

2        Inleiding

Wie kent niet de verhalen uit de Griekse mythologie. Het houten paard van Troje, de twaalf moeilijke werken van Heracles, de verraderlijke heks Medea en het noodlot van Oedipus die zijn vader vermoordde en zijn moeder huwde behoren tot de wereldliteratuur. Er zijn talloze toneelstukken, speelfilms en boeken over gemaakt. In veel literatuur wordt verwezen naar onderwerpen uit de Griekse mythologie. In de goddelijke komedie van Dante Alighieri komen bijvoorbeeld veel personen en goden uit de Griekse mythologie voor. Ook zijn er een aantal bekende uitdrukkingen afkomstig uit de verhalen. Denk bijvoorbeeld aan Sisyfusarbeid, een tantaluskwelling, een Achilles hiel en een oedipuscomplex.

De meeste verhalen zijn oorspronkelijk begonnen als volksvertellingen die mondeling van generatie op generatie werden doorgegeven. Pas toen het Griekse schrift werd ontwikkeld vanuit Het Phoenische schrift konden de sagen worden opgetekend. De eerste persoon die een aantal mythen en sagen heeft gebundeld was de dichter Homerus (800 v.Chr – 750 v.Chr). Zijn epische gedichten de Ilias over de Trojaanse oorlog en de Odyssee over de terugkeer van de held Odysseus behoren tot de grootste literaire werken uit de geschiedenis. Ook zijn tijdgenoot Herodotus heeft een groot aantal mythen en sagen opgetekend.

In dit essay worden uitgebreide samenvattingen gegeven van de belangrijkste verhalen uit de Griekse oudheid. Alle feiten zijn afkomstig uit de oorspronkelijke sagen maar het zijn steeds mijn eigen woorden, er is dus niets klakkeloos gekopieerd.

Er wordt begonnen met een beschrijving van het Griekse scheppingsverhaal. Vervolgens wordt het verhaal van Heracles besproken. Daarna volgt de sage van de Argonauten en het Gulden vlies. Het volgende verhaal is dat van Oedipus. Daarna wordt een vrij uitgebreide samenvatting gegeven van de Trojaanse oorlog en de terugreis van Odysseus. Tot slot zijn er een aantal korte sagen opgenomen. Op de eerste pagina’s staat een beknopte beschrijving van de voornaamste goden en godinnen.

3        Lijst van de goden

Voor het begrijpen van de Griekse Mythologie is enige kennis van de goden noodzakelijk. Daarom wordt hier een kort overzicht gegeven van de belangrijkste. Voor de volledigheid worden ook de Latijnse namen gegeven als die aanwezig zijn.

Goden

Aphrodite (Venus): Godin van de liefde en de vrouwelijke schoonheid. Zeer machtige godin. Bijzonder ijdel en heeft omgang met veel mannen, zowel met goden als met mensen.

Apollo (Apolloon): God van de wijsheid en de boogschutkunst. Overwegend rustig maar kan meedogenloos zijn.

Athene (Minerva): Godin van de wijsheid en de krijgskunde/tactiek. Beschermt met name listige krijgers zoals Odysseus en Perseus. Ze kan nogal wispelturig zijn.

Ares (Mars): God van de oorlog. In tegenstelling tot Athene is Ares meer van grote veldslagen en bruut geweld. Hij is een grote robuuste god waar je niet mee moet spotten.

Artemis: Godin van de jacht. Ze is bijzonder kuis en heeft nooit omgang met mannen. Ze lijkt er zelfs een hekel aan te hebben.

Demeter (Seres): Godin van de landbouw en veeteelt. Ze is een moederlijke godin die het goed voor heeft met de mensheid. Ze heeft stiekem een oogje op Zeus, tot groot ongenoegen van Hera.

Dionysos (Bacchus): God van de wijn en de vruchtbaarheid. Hij is over het algemeen zeer goedmoedig maar kan ook erg wraakzuchtig zijn.

Erinyen: Wraakgodinnen. Ze achtervolgen en kwellen iedereen die een zonde of misdaad heeft begaan totdat hun slachtoffer boete heeft gedaan.

Eos: Godin van de dagenraad: Ze is alleen ‘s morgens actief en stuurt met haar roze vingers de Zonnewagen van Helios weg. Ze wordt vaak verliefd maar omdat Aphrodite een hekel aan haar heeft mislukken haar liefdes allemaal.

Eroos (Eros): God van de liefde. Hij was ooit één van de belangrijkste en oudste goden maar is nu slechts een dienaar van Aphrodite.

Gaia (Gaea): Godin van de Aarde. Ze is de oudste van alle godinnen en zeer wijs.

Hades (Pluto): God van de onderwereld. Hij haat alle mensen maar vooral degene die godslastering plegen. Die worden zwaar gestraft.

Hefaistos (Vulcanus): God van de smeedkunst. Hij is een kleine, kreupele en lelijke god. Daarentegen is hij wel de slimste van de goden. Hij heeft zijn smidse in de Etna waar hij prachtige en magische voorwerpen maakt. Hij is getrouwd met Aphrodite .

Hera (Juno): godin van het huwelijk en echtgenote van Zeus. Ze is bijzonder ijdel en nogal jaloers. Ze probeert haar man steeds te dwarsbomen.

Hermes (Mercurius): God van de reizigers, de handelaars en de dieven. Is tevens boodschapper van de goden. Hij is een wat ondeugende god die het niet zo nauw neemt met de regels hoewel hij wel erg trouw is aan Zeus.

Hestia (Vesta): Godin van het haardvuur en de gastvrijheid. Ze was een bijzonder kuise en standvastige godin.Omdat ze onder bescherming van Zeus stond was elke vreemdeling die om een slaapplaats vroeg in heel Griekenland welkom.

Muzen: Godinnen die inspiratie geven aan elke vorm van kunst zoals muziek, theater, de literatuur en de beeldende kunst.

Ouranos (Uranus): God van de hemel. Hij is een zeer oude god die zich niet erg druk maakt over de wereld.

Pan: God van het woud en de herders. Hij is een lelijke god met geitenpoten en hoorns op zijn smalle gezicht. Meestal rent hij door de bossen, spelend op zijn panfluit. Hiermee jaagt hij iedereen schrik aan. Vandaar het woord paniek. Je kunt hem beter te vriend houden.

Persephone: Godin van de onderwereld. Ze is de echtgenote van Hades. Ze is de dochter van Zeus en Demeter. Elke zes maanden is ze bij haar echtgenoot en treurt haar moeder. Het is dan winter. Maar de rest van de tijd is Persephone vrij en dan is het zomer.

Poseidon (Neptunes): god van de zee. Op Zeus na de machtigste van alle goden. Hij kan stormen en aardbevingen veroorzaken zodat alle mensen ontzag voor hem hebben. Hij is niet snel tevredengesteld.

Selene (Luna): Godin van de Maan. Ze staat ook symbool voor maagdelijkheid.

Zeus (Jupiter): God van de bliksem en de oppergod. Hij is de lijder van alle goden en mensen. Hij bedriegt zijn echtgenote Hera regelmatig. Bij elkaar heeft hij 23 minnaressen gehad tot groot ongenoegen van zijn vrouw.

 

4        Het Griekse scheppingsverhaal

4.1      Inleiding

Elke oude beschaving heeft zijn eigen scheppingsverhaal. De oudste verhalen gingen uit van één of meer oergoden die vanuit het niets verschenen of zichzelf konden scheppen. De Christelijke en Islamitische God schiep zichzelf volgens het Oude testament en De Egyptenaren geloofden in de god Ptah die zichzelf schiep en de wereld bedacht met zijn hart. Ook de Grieken gingen uit van een beperkt aantal oergoden die uit het niets verschenen. Het idee van een zelfscheppende god is gangbaar gebleven totdat de Griekse filosoof Aristoteles (384 v.Chr – 322 v.Chr) de visie ondermijnde. Hij kwam tot de conclusie dat een opperwezen eerst een handeling moest ondergaan om zichzelf te scheppen. Dit is uiteraard niet mogelijk als de god nog niet bestaat.

Het Griekse scheppingsverhaal is voor het eerst opgetekend door de dichter Hesiodos. Hij leefde ergens in de 8ste eeuw v.Chr en hij schreef onder andere Theogonie, een grote stamboom waarin alle goden en hun afstammelingen zijn opgenomen.

In de eerste paragraaf wordt het ontstaan van de wereld en de strijd tussen de goden en titanen beschreven. Daarna zal het ontstaan van de mensheid worden besproken.

4.2      De Goden

In het begin was er niets dan chaos. Dit was een immense leegte die begin noch einde had. Er was geen materie, geen licht en geen zwaartekracht. Uit deze leegte ontstonden eerst de Aarde (Gaia), het licht, het donker, de onderwereld (Tartarus)  en de liefde (Eroos). Uit de schoot van Gaia ontstonden gebergten, kloven en de zee. Daarna baarde ze de hemel (Ouranos). Ouranos en Gaia vormden een paar. Uit deze verbintenis werden onder andere de Cyclopen, de Hekatoncheiren en de Titanen geboren. Cyclopen zijn reuzen met een enkel groot oog in het midden van hun hoofd, Hekatoncheiren zijn wezens met honderd armen en Titanen zijn gigantische en zeer oorlogszuchtige reuzen. Er waren zes mannelijke en zes vrouwelijke titanen die onderling huwden. Uit de verbintenis van Hyperion en Theia werden Eos , Helios en Selene geboren.

Ouranos was jaloers op al zijn kinderen. Daarom liet hij met een enorm gevecht al zijn zonen in de diepte van de Tartarus storten. Gaia steunde haar kinderen en spoorde de titaan Kronos aan om terug te vechten en zijn vader te castreren. Kronos slaagde in zijn opzet en Ouranos werd ontmand. Zijn testikels kwamen in het zeeschuim bij Cyprus terecht. Hieruit werd Aphrodite geboren.

Kronos had nu de alleenheerschappij over de wereld en trouwde met zijn zuster Rhea. Uit dit huwelijk kwamen Poseidon, Hera, Demeter, Hestia, Hades en Zeus voort. Gaia voorspelde Kronos echter dat één van zijn kinderen zijn heerschappij zou overnemen. Daarom verslond hij al zijn kinderen. Rhea voorkwam dat Zeus opgevreten zou worden door zijn vader omdat ze een steen wikkelde in babykleren en die aan Kronos voerde. Ze vluchtte weg met Zeus en voedde hem op.

Toen Zeus oud genoeg werd ging hij de confrontatie met zijn vader aan. Hij dwong hem met een drankje al zijn kinderen uit te braken. Daarna hakten ze hem in stukken en wierpen hem in het diepste deel van de Tartarus. Daarop kroonden de Goden Zeus tot oppergod en heerser van alle goden en mensen.

De overgebleven titanen lieten het er niet bij zitten en bestormden de Olympus. Er ontstond een waanzinnige strijd die de Aarde scheurde en de hemel deed gloeien. Uiteindelijk trokken de goden van de Olympus aan het langste eind en de Titanen werden verslagen.

Vanuit het voorhoofd van Zeus sprong Athene tevoorschijn in volle wapenrusting. Daarom werd zij de godin van de wijsheid en de strijd. Daarna ging Zeus een verhouding aan met de titanendochter Leto. Hera was hier jaloers over en joeg Leto naar het eiland Delos. Daar baarde ze Artemis. Daarna volgde onder helse pijnen die veroorzaakt werden door Hera de geboorte van Apollo.

4.3      De mensheid

De Titaan Lapetus kreeg een zoon genaamd Prometheus. Hij creëerde twee beelden van klei naar evenbeeld van de goden. Eén van de beelden was mannelijk en de andere vrouwelijk. Zeus was erg tevreden over het resultaat en begiftigde de beelden met bewustzijn. Zo ontstonden de eerste mensen.

Hoewel de mensheid zich over de wereld verspreidde hadden ze geen enkele vorm van beschaving. Ze doolden doelloos rond en sliepen in grotten of gewoon op de grond. Prometheus wilde zijn creatie een beter bestaan bieden.

Daarom leerde hij de mensen gereedschappen maken en gebruiken. Hij leerde ze hoe ze het land moesten bewerken en huizen moesten bouwen.

De goden waren vol bewondering voor de daden van Prometheus maar ze verboden hem om de mensheid te machtig te maken. De beheersing van het vuur moest daarom geheim blijven. Dit vond Prometheus een groot gemis. Mensen waren dan niet in staat om zichzelf en hun voedsel te verwarmen. Daarom was hij ongehoorzaam en stal het vuur van de Olympus en gaf het aan de mens.

Met behulp van het vuur en de lessen van Demeter, Pan, Hephaistos en Dionysos was de mens in staat om een machtige beschaving op te bouwen. Helaas trad er een gebeurtenis op die het leven van de mensheid voorgoed zou veranderen.

Vanwege het verraad van Prometheus wilde Zeus de mensheid straffen. Hij liet door Hephaistos een vrouwelijk beeld maken. Dit beeld werd niet slechts begiftigd met een ziel maar ook met bevalligheid, manieren en talent. Hermes gaf haar het vermogen tot spreken en voegde nog een belangrijke eigenschap toe, nieuwsgierigheid. Ze kreeg de naam Pandora.

Zeus wilde haar aan Prometheus geven maar die vertrouwde het niet. Daarom werd Pandora uitgehuwelijkt aan de niet al te snuggere Epimetheus. Voor haar huwelijk ontving Pandora als geschenk een grote doos. Hierin zaten alle rampen, ziekten en stormen opgesloten. Ze mocht de doos dus absoluut niet open maken.

Pandora hield zich een tijdlang aan haar belofte, maar uiteindelijk kon ze haar nieuwsgierigheid niet bedwingen. Ze opende stiekem de doos en alle rampen, ziektes en ongeluk vlogen over de Aarde. Pandora wist nog net op tijd de doos te sluiten om de hoop te behouden. Daarom zijn mensen in staat om zelfs de grootste tegenspoed het hoofd te bieden.

Maar Prometheus werd ook persoonlijk zwaar gestraft. Hij werd vastgeketend aan de Kaukasus. Daar werd hij geteisterd door zon, wind en regen. Daarnaast werd elke dag zijn lever uitgepikt door de adelaar Eton. In de nacht groeide de lever weer aan waarmee de kwelling opnieuw begon. Pas na een marteling van honderden jaren werd Prometheus uiteindelijk gered door Heracles. Zie hiervoor het volgende hoofdstuk.

 

5        Heracles

5.1      Inleiding

De Griekse held Heracles is beter bekend onder zijn Latijnse naam Hercules. Het verhaal van de heldendaden van Heracles is zeer oud maar het is waarschijnlijk voor het eerst opgetekend door Fenicische handelaren uit Tyrus, een stad in het huidige Libanon. Ze ontwikkelden ook een veel beter hanteerbaar schrift dan het destijds gangbare spijkerschrift. Hierdoor konden veel verhalen eenvoudiger worden opgetekend die anders slechts via mondeling werden doorgegeven.

In het eerste deel wordt ingegaan op de geboorte en de jeugd van Heracles. Daarna worden zijn 12 moeilijke werken uitgebreid beschreven. Ten slotte wordt zijn dood behandeld.

5.2      Geboorte en jeugd

Hoewel de oppergod Zeus getrouwd was met Hera had hij veel buitenechtelijke relaties. Eén van zijn 23 minnaressen was de beeldschone prinses Alkmene. Uit deze verhouding kreeg Alkmene een kind met de naam Heracles.

De jaloerse Hera was niet bepaald blij met het onechte kind van haar echtgenoot. Als wraak stuurde ze twee giftige slangen op het kind af. De actie mislukte echte omdat de kleine Heracles al spelend de slangen wurgde met zijn handjes. Dit was het eerste teken van zijn enorme kracht.

Tijdens het opgroeien ontwikkelde Heracles zich tot een ijzersterke en vindingrijke jongeman. Hij trouwde met Megera en kreeg drie zonen die helaas geen lang leven hadden. Hera was nog steeds vertoornd over haar mislukte aanslag en verzon een nieuw plan om Heracles te gronde te richten. Ze sloeg hem tot waanzin zodat Heracles al zijn zonen ombracht.

Uiteindelijk kwam Heracles weer bij zinnen en besefte wat hij had gedaan. Hij toonde diep berouw en vreesde de toorn van de Erinjen (schrikgodinnen). Daarom wilde hij boete doen en trad in dienst bij koning Eurystheus. Deze kwaadaardige vorst veroordeelde Heracles tot het verrichten van 12 onmenselijke werken. Na afronding van deze werken zouden de zonden van Heracles vergeven zijn.

5.3      De twaalf werken

Werk 1: de leeuw van Nemea.

Leeuw van NemeaHet land Nemea werd geteisterd door een enorme leeuw die niet door pijlen en zwaarden gedood kon worden. Natuurlijk was dit voor de oersterke Heracles geen probleem en hij wurgde de leeuw met zijn blote handen. Nadat de leeuw met enige moeite gevild was droeg Heracles de huid in het vervolg als pantser op zijn rug.

Toen Heracles terug kwam met de huid van de leeuw op zijn rug was de laffe koning Eurystheus doodsbenauwd voor zijn slaaf. Hij liet een kruik maken waarin hij zich kon verstoppen als Heracles aankwam met een gevaarlijk beest.

 

Werk 2: Het doden van de Hydra

HydraDe Hydra was een enorme veelkoppige slang die leefde in de moerassen van Argos. Het giftige dier was vrijwel onverslaanbaar omdat telkens als een kop werd afgehakt er twee koppen bij groeiden. Samen met zijn goede vriend Iolaus sloeg Heracles één voor één alle koppen af waarna hij direct de wonden dichtbrandde met een fakkel. Daarna doopte hij zijn pijlen in het gif van de slang zodat deze voortaan ongeneselijke wonden veroorzaakten.

Heracles ging vol trots naar zijn meester toe om zijn succes mee te delen. Maar koning Eurystheus keurde de opdracht af omdat hij hulp had gekregen van Iolaus.

 

Werk 3: Het vangen van de Hinde van Artemis

Hinde van ArtemisDe hinde van Artemis was een magisch en schitterend dier met een gouden gewei en koperen hoeven. Heracles kreeg de taak om de razendsnelle hinde levend te vangen.

Pas na een achtervolging van duizenden kilometers ving Heracles het dier toen het dronk uit een meer.

 

Werk 4: Het vangen van het Erymanthische zwijn

Erymantische zwijnDe berg Erymanthos werd geteisterd door een gigantisch wild zwijn. Dit reusachtige beest richtte enorme schade aan op de akkers van de arme boeren. Heracles kreeg de taak om het zwijn levend te vangen en naar koning Eurystheus te brengen.

Ditmaal had Heracles geluk. Het zwijn was vast komen te zitten in de sneeuw. Heracles kon op zijn gemak het beest vastbinden met zware kettingen.

 

Werk 5: Het uitmesten van de stallen van Augias

AugiasstalKoning Augias was een machtige en rijke koning Hij bezat wel 5 duizend koeien. Al deze koeien produceerden een enorme hoeveelheid mest. Al die mest had zich gedurende dertig jaar opgehoopt in een enorme stal.

Heracles kreeg de taak om alles op te ruimen. Dit was natuurlijk onbegonnen werk en daarom verzon hij een list. Hij bouwde dammen in twee nabijgelegen rivieren. Op die manier stroomde het water door de stal en spoelde in een dag alles schoon. Daarna verwijderde Heracles de dammen en toen was de klus geklaard.

Na afloop eiste hij als beloning een tiende deel van de koeien. Koning Augias weigerde echter waarna Heracles hem doodde.

Omdat Heracles voor deze opdracht een beloning had gevraagd werd dit werk ook afgekeurd.

 

Werk 6: Het verjagen van de Stymphalische vogels

Stymphalische vogelsDe Stymphalische vogels waren enorme mensetende monsters. Ze bestonden voor een groot deel uit ondoordringbaar brons en hun veren konden ze als dodelijke pijlen afschieten. Ze woonden in grotten, wachtend op een prooi.

Heracles kreeg de taak om de vogels te verwijderen. Hiervoor lokte hij hen uit hun schuilplaats met behulp van twee bronzen kleppers. Daarna ontstond er een bloederig gevecht waarbij een groot deel van de beesten werden gedood door de giftige pijlen van Heracles. De overgebleven vogels vluchtten weg om nooit meer terug te komen.

 

Werk 7: de Stier van Kreta ophalen

Stier van KretaDe Stier van Kreta was eigendom van koning Minos van Kreta. Het dier was oorspronkelijk bedoeld als offerdier voor Poseidon. Koning Minos wilde het schitterende beest echter voor zichzelf houden. Voor straf maakte Poseidon de stier waanzinnig zodat hij een plaag werd voor het hele eiland.

Heracles ving de stier levend en bracht hem naar koning Eleus. Daarna liet hij hem los bij Marathon waar hij opnieuw de schrik van de omgeving werd. Uiteindelijk werd de stier gedood door de held Theseus.

 

Werk 8: Het vangen van de Paarden van Diomedes

Paarden van DiomedesDe kwaadaardige koning Diomedes bezat een aantal enorme vleesetende paarden. De koning had de vervelende gewoonte om zijn gasten aan zijn paarden te voeren.

Toen Heracles bij koning Diomedes aankwam was hij net op tijd om de vrouw van zijn goede vriend Atmetos te redden. In plaats van de vrouw voerde Heracles koning Diomedes aan zijn eigen paarden. Daarna bracht hij ze naar zijn meester toe. Uiteindelijk werden de paarden verscheurd door roofdieren.

 

Werk 9:de wapengordel van koningin Hippolyte halen

HippolyteKoningin Hippolyte was de leidster van de Amazones. Dit was een krijgsvolk dat volledig uit vrouwen bestond. Ze waren geduchte tegenstanders van mannelijke legers.

Heracles kreeg de taak om de gouden wapengordel van de koningin te halen. Aanvankelijk wilde koningin Hippolyte haar gordel vrijwillig aan de aantrekkelijke Heracles afstaan maar toen greep de nog altijd woedende Hera in. Ze stookte de andere Amazones op tegen Heracles. Er ontstond een bitter gevecht waarbij koningin Hippolyte omkwam. Na het gevecht greep Heracles de gordel en maakte zich uit de voeten.

 

Werk 10: Het halen van de kuddes van Geryones

GeryonesGeryones was een enorme, kwaadaardige reus. Hij bestond uit drie lichamen, drie koppen en zes armen. Hij bezat een enorme kudde runderen en Heracles kreeg de taak om deze naar koning Euleus te brengen.

Heracles velde de reus met een enkele giftige pijl. Daarna bond hij de kudde aan elkaar en leidde ze weg.

 

Werk 11: Het stelen van de appels van de Hesperiden

Appels van HesperidenBij het huwelijk van Zeus en Hera schonk Gaia een boom waar gouden appels aan groeiden. De boom werd streng bewaakt door de Hesperiden, bijgestaan door een draak. De Hesperiden waren dochters van de Titaan Atlas. Deze deed mee aan een opstand tegen de Olympische goden. Als straf moest hij het hemelgewelf op zijn schouders dragen.

Heracles moest de appels zien te stelen. Hij wist echter totaal niet waar deze zich bevonden. Na lange omzwervingen kwam hij bij de rotswand waar Prometheus aan was geketend. Heracles kreeg medelijden met de arme held. Hij doodde de adelaar Eton en bevrijdde Prometheus uit zijn ketens.

Toen dit gebeurd was vervolgde Heracles zijn zoektocht naar de appels. Uiteindelijk kwam hij Atlas tegen. Hij vroeg hem om de appels van zijn dochters te halen. In ruil nam Heracles zijn plaats tijdelijk in. Atlas was blij om even verlost te zijn van zijn last en stemde toe. Maar toen hij terug kwam wilde hij het hemelgewelf niet meer dragen. Heracles vroeg om de hemel toch nog even te dragen zodat hij nog een tijdje kon genieten van de vrijheid. De domme Atlas stemde toe en Heracles liep snel weg met de appels in zijn zak.

Na zijn terugkeer naar koning Euleus offerde Heracles de appels aan Athene. Deze bracht ze weer terug naar de Hesperiden. Uiteindelijk was één van deze appels de aanleiding van de Trojaanse oorlog.

 

Werk 12: Het ontvoeren van Kerberos

KerberosKerberos was een gigantische driekoppige hond die de bewaker was van de onderwereld. Heracles kreeg de taak om het monster naar koning Eurystheus te brengen. Hij moest hiervoor afdalen naar de wereld der doden. En toestemming vragen aan Hades. De god gaf Heracles toestemming om Kerberos mee te nemen, mits hij het beest in leven zou laten en geen wapens zou gebruiken.

De oersterke Heracles wurgde de hond met zijn blote handen. Daarna volgde Kerberos Heracles zo mak als een lammetje naar koning Eurystheus.

Toen de koning Kerberos zag dook hij snel in zijn kruik en wilde er niet meer uit komen. Hij wilde Heracles nog niet vrij maken omdat hij hulp had gehad bij het doden van de Hydra en een prijs wilde hebben voor het schoonmaken van de stallen van Augias. Hierop werd Heracles woedend en sloeg de koning dood.

 

5.4      De dood van Heracles

Na de voltooiing van de 12 werken was Heracles vrij om te gaan. Toch wachtte hem nog een aantal beproevingen. Dit begon toen hij met zijn vrouw Deianera een rivier overstak. Hierbij kreeg hij hulp van de centaur Nessos. Als dank probeerde hij Deianera te verkrachten. Hierop schoot Heracles hem neer met één van zijn giftige pijlen.

De sluwe centaur misleidde Deianera toen hij zijn laatste adem uitblies. Hij zei dat zijn bloed Heracles altijd zou laten terugkeren naar zijn echtgenote. Zijn bloed was echter vergiftigd geraakt door het gif van de Hydra.

Jaren later hoorde Deianera dat Heracles verliefd was geworden op het meisje Iole. Daarom smeerde ze de lievelingsmantel van haar man in met het bloed van Nessos met de bedoeling om haar man terug te winnen. Toen Heracles de mantel aandeed werd hij echter gefolterd door helse pijnen. Deze werden zo verschrikkelijk dat hij zichzelf op een brandstapel wierp. Deianera hoorde van de dood van Heracles en stortte zich in één van zijn zwaarden.

Als dank voor al zijn daden werd Heracles door de olympische goden onsterfelijk gemaakt en kreeg Hebe, de godin van de jeugd, als vrouw. Toch moest zijn schim naar de onderwereld zoals alle mensen. Zijn lichaam bleef dus op de Olympus terwijl zijn schim in de onderwereld zat.

 

6        De Argonauten

6.1      Inleiding

Het verhaal van het gulden vlies en de Argonauten is één van de meest bekende verhalen uit de Griekse mythologie. Vooral het verraad van de tovenares Medea spreekt erg tot de verbeelding, met name door het beroemde gelijkmatige toneelstuk van Euripides (480 – 406). Deze tragedie is voor het eerst in 431 v.Chr opgevoerd en is later talloze malen bewerkt.

Voordat met het eigenlijke verhaal wordt begonnen wordt eerst de geschiedenis van het Gulden vlies besproken. Daarna zal worden ingegaan op de gebeurtenissen rond Jason en Medea.

6.2      Het gulden vlies

Ooit leefde er in Griekenland een koning met de naam Athamos. Hij had twee kinderen, Phrixus en Helle. Na de dood van de vrouw van Athamos hertrouwde hij met Ino. Zij had een hekel aan haar stiefkinderen en probeerde ze om te brengen. Gelukkig werden ze gered door een vliegend schaap met een gouden vacht. Phrixus en Helle waren uitgelaten omdat ze gered waren uit de klauwen van Ino. Dit duurde totdat Helle naar beneden keek. In een vlaag van hoogtevrees stortte ze in zee en verdronk. Vanaf die tijd werd die plek Hellespont genoemd.

Phrixus had meer geluk en bereikte het land van koning Aeites. Daar offerde hij het schaap en hing de vacht aan een boom.

6.3      Jason

Jason en het Gulden vliesJason was de zoon van koning Aeson van Iolkus. De heerschappij van koning Aeson duurde echter niet lang. Hij werd overvallen door zijn broer Pelias.

In angst voor de moordlust van zijn broer stuurde koning Aetos Jason naar de wijze centaur Cheiron die hem liefdevol opvoedde.

Toen Jason 20 jaar oud was keerde hij terug naar Jolkus om de troon op te eisen. Koning Pelias had door een orakeluitspraak gehoord dat Jason zijn dood zou veroorzaken. Daarom verzon hij een verhaal om van hem af te komen. Hij vertelde dat hij geplaagd werd door de geest van Phrixus die hem smeekte om het gulden vlies te halen. Jason stemde toe en richtte een oorlogschip met de naam Argo in. Daarna verzamelde hij de grootste helden die hij kon vinden. Hieronder bevonden zich bekende namen als Orpheus,, Castor, Pollux en Heracles. Ze noemden zich Argonauten.

Al snel naderde de Argo Colchus, het land van koning Aeitus.De koning ontving Jason nogal koel en wilde het vlies alleen afstaan als hij drie zware taken zou vervullen. Hij moest twee gigantische vuurspuwende stieren temmen en daarmee een stuk land omploegen. Daarna moest hij in de ontstane gleuven drakentanden planten. Hieruit groeide een leger in volle wapenrusting. Jason moest dit leger alleen verslaan.

Jason had geen idee hoe hij dit moest aanpakken maar hij kreeg hulp van Medea, de beeldschone dochter van koning Aeitus. Zij gaf Jason een kruid waarmee hij onkwetsbaar werd voor het vuur van de stieren. Ook raadde ze Jason aan om midden in het drakenleger een steen te werpen. Alle krijgers zouden dan op de steen duiken en elkaar afslachten. Jason volgde haar raad op en beloofde met haar te trouwen.

Na het voltooien van zijn opdrachten ging Jason naar koning Aeitus om het gulden vlies op te eisen. Deze vertelde dat hij het kon krijgen maar dat het bewaakt werd door een draak. Gelukkig bevond de zanger Orpheus zich op de Argo. Hij had zo´n gevoelige stem dat zelfs de grootste monsters in slaap werden gewiegd. Orpheus pakte zijn lier en begon te zingen. Onmiddellijk viel de draak in een diepe slaap. Zo kon Jason eenvoudig over de draak stappen en het vlies pakken.

Koning Aeitus wilde Jason echter gevangen nemen. Daarom vluchtte hij samen met Medea en haar broer weg. De schepen van de koning achtervolgden de Argo. Hierop vermoorde Medea haar broertje, sneed hem in stukken en wierp hem overboord. Koning Aeitus werd zo genoodzaakt om de achtervolging te staken om het lichaam van zijn zoon op te vissen.

6.4      De dood van Jason

Jason en Medea kregen twee kinderen. Ze leidden een rustig leven totdat Jason verliefd werd op een andere vrouw. De jaloerse Medea zwoer wraak en vermoorde haar kinderen. Toen Jason lag te slapen onder de boeg van zijn geliefde schip liet Medea de Argo naar beneden storten. Daarop sloeg ze de hand aan zichzelf.

 

7        Oedipous

7.1      Inleiding

OedipusHet treurige verhaal van Oedipus die zich tevergeefs probeerde om zich te onttrekken aan zijn noodlot spreekt tot de verbeelding van veel mensen. Het is daarom één van de bekendste verhalen uit de Griekse mythologie. Het verhaal is vooral bekend geworden door het toneelstuk Koning Oedipus van Sophocles (496 v.Chr – 406 v.Chr) uit 430 v.Chr. Het verhaal is echter veel ouder. Oedipus wordt namelijk ook genoemd in de veel oudere Odyssee van Homerus. De moraal van het verhaal is dat een mens altijd zijn noodlot moet ondergaan , wat hij ook doet om het te voorkomen. 

7.2      Geboorte en jeugd

Oedipus was de zoon van koning Laios en koningin Iokaste van Thebe. Tijdens de geboorte van Oedipus voorspelde het orakel van Delphi dat Laios zou sterven door zijn eigen zoon en dat hij zou huwen met zijn vrouw. Om aan dit noodlot te ontsnappen sneed koning Laios de pezen van de voeten van Oedipus door. Daarna gaf hij een herder de opdracht om zijn zoon naar de bergen te trekken en hem daar achter te laten. De herder kreeg echter medelijden en stuurde Oedipus naar het naburige Korinthe. Hier werd hij liefdevol opgevoed door koning Polybus en koningin Periboea.

Het Orakel komt uit

Toen Oedipus opgegroeid was hoorde hij van het onheilspellende orakel. Hij raakte in paniek en ontvluchtte Korinthe. Op een dag kwam hij een voornaam gezelschap tegen met een hoogwaardigheidsbekleder in een draagstoel. De heraut wilde Oedipus niet laten passeren en begon te slaan. Oedipus sloeg daarop de heraut neer. De man in de draagstoel sloeg met een stok waarna Oedipus zo boos werd dat hij het hele gevolg uitmoordde. Tot zijn grote schrik bemerkte hij dat de man in de wagen zijn vader was.

Nu de koning dood was, was de stad Thebe onbeschermd. Daarom zag een sfinx haar kans schoon om de stad te teisteren. Dit wezen met het lichaam van een leeuw en het hoofd van een vrouw gaf iedereen een raadsel op. Degene die het raadsel niet op konden lossen werd gedood. Het raadsel was: Welk wezen loopt ‘s morgens op vier poten,’ s middags op twee en ‘s avonds op drie.

Ook Oedipus waagde een poging en gaf als antwoord “de mens”. Dit wezen kruipt in de ochtend van zijn leven op vier benen, in de middag van zijn leven op twee benen en in de avond van zijn leven beweegt hij zich voort door gebruik te maken van een stok. Dit was de oplossing van het raadsel en Thebe was verlost van de sfinx. De inwoners waren zo dankbaar dat ze Oedipus tot koning uitriepen. Daarnaast mocht hij trouwen met koningin Iokaste. Zo kwam ook het tweede deel van het orakel uit.

Een paar jaar later brak de pest uit in Thebe. De blinde ziener Theresias voorspelde dat de pest over zou gaan als een ongestrafte moordenaar gestraft werd. Hij beschuldigde Oedipus van de moord op zijn vader . Daarop werd Oedipus verbannen uit Thebe.

7.3      Boetedoening

Hoewel de aanwijzingen duidelijk genoeg waren begreep Oedipus niet waarom hij verbannen moest worden. Om hem tot rede te brengen probeerden zijn dochter Melkor en ook Theresias hem te overtuigen. Toch wilde hij niet luisteren. Er wordt besloten tot een wanhoopsdaad. Laios wordt teruggehaald uit de onderwereld. Deze beschuldigt Oedipus openlijk van de moord op hem maar nog altijd hield Oedipus zich blind voor de waarheid. Pas toen hij van zijn stiefvader hoorde dat hij met zijn eigen moeder was getrouwd begreep hij zijn zonden. Daarop steekt hij zijn ogen uit en vervloekt het noodlot. Daarna zwierf hij verbitterd rond tot hij bij de tempel van de Erinyen arriveerde. Daar ontfermde koning Theseus van Athene zich over hem.

Nu Oedipus weg was werd Thebe beurtelings geregeerd door zijn zonen Eteocles en Polynices. Nadat zijn regeerperiode voltooid was wilde Eteocles de troon niet meer afstaan aan zijn broer. Polynices zocht daarop bondgenoten om Thebe te bestormen en de troon op te eisen. Na een lange en bittere strijd wilden de inwoners van Thebe Oedipus terug als koning. Zowel Eteocles als Polynices probeerden Oedipus te overreden, eerst met smekende woorden maar later met geweld. Oedipus weigerde en vervloekte zijn zoons.

De oorlog tussen de broers ging onveranderd voort. Uiteindelijk besloten Eteocles en Polynices tot een tweegevecht. Dit leidde er toe dat ze beiden omkwamen. Hierna bezette hun oom Creon de troon van Thebe.

 

8        De Trojaanse oorlog

8.1      Inleiding

Het verhaal van de Trojaanse oorlog is één van de belangrijkste sagen van de Griekse oudheid. Het beschrijft de tien jaar durende oorlog tussen Griekenland en Troje. Troje was een stadstaat aan de westkust van Turkije. De stad heeft echt bestaan en is in 1871 door Heinrich Schliemann (1822 – 1890) ontdekt.

Oorspronkelijk bestond de sage uit een verzameling oude volksverhalen. Deze zijn door de Griekse dichter Homerus gebundeld in het epische gedicht Ilias. In de Ilias staat alleen de eigenlijke oorlog vanaf de aankomst van de Grieken tot en met de dood van Achilles . De aanloop en nasleep van de oorlog (inclusief het beroemde houten paard) is opgetekend door de Romeinse schrijver Vergilius (70 v.Chr – 19 v.Chr). De Grieken beschouwden het verhaal als een soort Bijbel omdat het gaat om deugden die destijds hoog in het vaandel stonden zoals heldenmoed en zelfopoffering.

In dit verslag wordt begonnen met een beschrijving van de aanloop naar de oorlog. Vervolgens wordt er een uitgebreide samenvatting gegeven van de oorlog.

8.2      De aanloop naar de oorlog

Het begon allemaal met het bruiloftsfeest van Peleus en Thetis. Peleus was de zoon van de koning van Egina. Hij vermoorde zijn halfbroer Phocus en vluchtte met zijn volgelingen naar Thessalië waar hij al snel koning van werd. Koningin Hippolyte van Iocus werd verliefd op hem. Toen Peleus haar aanzoek afwees verbande ze hem naar de bergen om daar om te komen. Peleus had echter een mes dat gesmeed was door Hephaistos. Dit mes gaf de richting aan naar Iocus. Daar aangekomen doodde hij Hippolyte en werd koning van Iocus.

Thetis was een beeldschone Nimph die begeerd werd door zowel Zuis als Poseidon. Een orakelspreuk voorspelde echter dat Thetis een zoon zou krijgen die machtiger is dan zijn vader. Daarom liet Zuis Thetis trouwen met een mens. Al snel viel de keuze op Peleus. Uit dit huwelijk is Achilles geboren die inderdaad een stuk machtiger werd dan zijn vader.

Om de bruiloft te vieren werd er een groot feest gegeven waarbij alle goden waren uitgenodigd. Om het feest vlekkeloos te laten verlopen was Eris, de godin van de twist, niet uitgenodigd. Ze werd hier erg kwaad om en ze verzon een list om de feestvreugde te bederven. Ze snelde naar het Eiland van de Hesperiden. Hierop staat een boom waar gouden appels aan groeien. Eris plukte één van de appels en schreef daarop “Voor de mooiste”. Daarna wierp ze de appel midden in de feestzaal.

Eris had al snel succes. Zowel Aphrodite, Athene als Hera vonden dat ze recht hadden op de appel. Toen de drie vrouwen er niet uitkwamen begonnen de andere goden zich in het conflict te mengen. Apollo en Zuis stonden achter Aphrodite terwijl Poseidon Athene steunde. Hermes wilde de appel juist toekennen aan Hera. Om verdere escalatie te voorkomen werd besloten om de kwestie voor te leggen aan een onafhankelijk persoon. Omdat alle goden hun eigen standpunt hadden werd besloten om het oordeel over te laten aan een sterveling .

Na veel beraad viel de keuze op Paris, de zoon van koning Priamos en koningin Hekabe van Troje. Toen de drie godinnen naar Paris toe kwamen was hij koeien aan het herderen. Hij was nogal verbaasd dat de drie machtigste en mooiste godinnen hem uit hadden gekozen om een oordeel te vellen over de mooiste van de drie. Paris kon in het begin geen keuze maken. Uiteindelijk werd Hera ongeduldig en beloofde hem veel macht en rijkdom als zij de appel kreeg. Athene kon dit niet over zich heen laten komen en beloofde Paris wijsheid en geluk in de strijd. Toen Paris de appel aan Athene wilde geven greep Aphrodite in. Zij beloofde aan Paris de mooiste vrouw ter wereld. Voor de jonge prins was dit het meest verleidelijke aanbod en hij gaf de appel aan Aphrodite. Daarna werden Athene en Hera woedend en waren daarna bittere vijanden van Troje.

Paris wachtte een aantal jaren ongeduldig op de beloofde vrouw. Uiteindelijk besloot hij dat het een droom moest zijn geweest en hij trouwde met Oinone, een meisje uit de omgeving.

Op een dag was er een muziekwedstrijd in Troje. De prijs was een grote stier. Omdat dit de lievelingsstier van Paris was probeerde hij de wedstrijd te winnen om het dier terug te krijgen. Toen Paris aan de beurt was werd hij herkend door zijn vader, koning Priamos. Al snel werd hij opgenomen in de hofhouding van Troje.

Al geruime tijd was er een zakelijk conflict tussen Troje en Sparta. Om hier een eind aan te maken werd Paris als gezand naar koning Menelaos gezonden. Aanvankelijk werd hij gastvrij ontvangen tot dat hij kennis maakte met koningin Helena. Paris dacht eerst dat hij opnieuw een godin zag. Hij wist zeker dat zíj de mooiste vrouw ter wereld was die Aphrodite had beloofd. Toen Menelaos voor een zakenreis naar Kreta reisde zag Paris zijn kans. Helena werd door Aphrodite bedwelmd en in een vlaag van verliefdheid liep ze achter Paris aan. Ze trouwden al op het schip naar huis.

Toen Menelaos na zijn terugkeer kennis nam van de schaking van zijn vrouw werd hij razend en verklaarde de oorlog aan Troje. Hij snelde naar zijn broer Agamemnon, de koning van Mycene die een groot generaal was. Hij was de zoon van Atreus en Airope. Hij stuurde boodschappen naar alle Griekse koningen met het verzoek om mee te doen aan de oorlog. Vrijwel iedereen geeft gehoor aan de oproep, alleen Odysseus weigerde. Hij bezat een welvarend land, was getrouwd met een mooie vrouw en was net vader geworden. Hij had daarom geen zin om dit op te geven voor een oorlog waar hij eigenlijk niets mee te maken had.

Een orakel voorspelde echter dat Troje niet zou vallen als Odysseus niet mee deed. Na lang aarzelen stemde hij toe en de reis naar Troje kon beginnen.

Alle oorlogsschepen verzamelden zich bij een verlaten eiland. Om een gunstige wind te garanderen offerde Agamemnon een hinde. Dit was echter een heilig dier van Artemis. Uit wraak liet zij de wind helemaal stil vallen. Om de godin weer tevreden te stellen wilde Agamemnon zijn dochter Iphigenia aan haar offeren. Mensenoffers komen in het oude Griekenland uiterst zelden voor en lang niet iedereen was het daarom eens met het besluit van hun aanvoerder. Uiteindelijk kreeg ook Artemis medelijden met Iphigenia dus op het laatste moment plaatste ze een hert op het altaar en bracht het meisje naar de Olympus om haar dienares te worden.

Door een navigatiefout kwamen de Grieken in Mycié terecht. Ze zagen dit voor Troje aan en begonnen met aanvallen. Na enkele schermutselingen ontdekten ze hun fout en voerden verder.

8.3      De oorlog

Vlak na de aankomst bij Troje begonnen de Grieken met de belegering van de stad. Er vonden enkele kleine gevechten plaats totdat besloten werd tot een diplomatieke oplossing. Na enig beraad werd besloten dat Menelaos en Paris het samen moesten uitvechten. Tijdens dit tweegevecht bleek Menelaos veel sterker te zijn en dreigde Paris te doden. Op het laatste moment greep Aphrodite echter in en veroorzaakte een dichte mist waarin Paris verdween en op zijn eigen vertrekken terecht kwam.

Na dit voorval was een gewapende strijd onvermijdelijk en de Grieken begonnen met een groot offensief. In het begin waren de Griekse soldaten succesvol totdat de pest uitbrak in hun kamp. Toen deze aanhield vroegen de Grieken ten einde raad advies aan de ziener Calchis. Hij verkondigde dat de pest zou verdwijnen als Agamemnon zijn favoriete slavin zou afstaan. Zij is namelijk de dochter van een priester van Apollo. Na lang aarzelen stemt Agamemnon toe maar wil in ruil de mooie slavin Briseis hebben. Zij is echter de favoriete slavin van Achilles . Dit zorgde voor een bittere twist tussen Agamemnon en Achilles . Daarop trok Achilles zich samen met zijn geliefde vriend Patroklos en al zijn soldaten terug uit de gevechten en weigerden nog langer mee te doen.

De strijd begon opnieuw maar door de afwezigheid van de grote Achilles leden de Grieken grote verliezen. Ten einde raad bouwden ze een grote beschermingswal om hun kamp. Ze verzuimden echter om offers aan de goden te brengen tijdens de bouw zodat deze niet tot de eindoverwinning kon leiden. De Grieken werden daarom steeds vaker teruggedreven.

Toen de Trojanen zelfs de Griekse schepen naderden begon Patroklos medelijden te krijgen met zijn oude kameraden. Hij trok de wapenrusting van Achilles aan en mengden zich in de strijd. De Trojanen dachten dat Achilles terug was en raakten in paniek. De Grieken maakten gebruik van deze verwarring en dreven de tegenstanders terug naar Troje. Apollo mengt zich echter in de strijd en laat de Trojaanse generaal Hector een dodelijke pijl afschieten. Patroklos stort dodelijk getroffen neer.

Achilles rouwde intens om zijn gestorven vriend en zwoer wraak (waarschijnlijk hadden Achilles en Patroklos een homoseksuele relatie, iets dat veel voor kwam in het Griekenland van die tijd). Hij trok zijn eigen wapenrusting aan en stortte zich in de strijd. De Trojanen leden enorme verliezen totdat Achilles tegenover Hektor kwam te staan. Er begon een intens tweegevecht.

Achilles Na een urenlang gevecht wist Achilles Hector te doden. Zijn wraakgevoelens waren echter nog niet bekoeld en hij bond het lichaam van Hektor achter zijn strijdwagen en reed drie maal om de stad tot grote ontzetting van de Trojanen.

De gevechten gaan hierna onverminderd verder. Uiteindelijk slaagde Paris erin om een giftige pijl in de kwetsbare hiel van Achilles te schieten. Achilles stortte neer en stierf onder helse pijnen. Daarop brachten de geschokte Grieken het lichaam naar hun kamp. Daar aangekomen balsemden ze het lichaam en maakte een groot vuur. Daarop werd Achilles gecremeerd.

Ter ere van Achilles werden spelen gehouden door de Grieken. Ze deden wedstrijden in worstelen, discuswerpen, speerwerpen en wagenrennen. De winnaars werden beloond met grote prijzen, geschonken door Agamemnon.

8.4      Het paard van Troje

Paard van TrojeNu Achilles dood was konden de Trojanen opnieuw ver doordringen in de Griekse gelederen. De Grieken waren wanhopig en belegden een vergadering van de wijste mannen. Tijdens deze bijeenkomst kreeg de sluwe Odysseus een plan om Troje te verslaan. Hij liet een gigantisch houten paard maken. Dit paard bevatte een verborgen luik zodat er soldaten in en uit konden.

De Grieken brachten het paard ‘s nachts naar de poort van Troje. Daarna bemanden de Griekse soldaten hun schepen en voeren weg. Ze verborgen zich achter een eiland voor de Trojaanse kust.

Toen de Trojanen ‘s ochtends het paard zagen dachten ze dat de Grieken de strijd hadden opgegeven. Ze beschouwden het paard als een geschenk van Athene. De ziener Laokoon waarschuwde dat het een list was maar hij werd opgeslokt door drie slangen uit de zee. Ook de vrouw Cassandra verkondigde dat het een list was. Zij was echter vervloekt door Apollo; ze moest altijd de waarheid spreken maar wat ze zei werd nooit geloofd. Daarop brachten de inwoners van Troje het paard naar binnen en begonnen aan een groot overwinningsfeest.

Maar uren later toen iedereen zijn roes zat uit te slapen gingen de soldaten in het paard naar buiten en openden de poort. Daarna gaven ze met fakkels een sein aan de schepen om terug te keren. De Trojanen werden totaal overrompeld. De Grieken stookten overal brand, plunderden de schatten en vermoordden een groot deel van de Trojanen. De rest werd tot slaaf gemaakt. De zoon van Achilles , Neoptolomus doodde koning Priamus en Menelaos vermoorde Paris en nam Helene dolgelukkig mee naar zijn huis op Kreta.

8.4.1       De moord op Agamemnon

Tijdens de afwezigheid van Agamemnon werd zijn vrouw Klytaimnestra verleid door de geniepige Aigistos. Zij smeden een plan om Agamemnon te vermoorden. Ze organiseerden een groot welkomstfeest voor. Tijdens het diner deed Aigistos gif in de wijn van Agamemnon. Nadat hij onder helse pijnen stierf kwamen de soldaten van Aigistos binnen en slachtten alle metgezellen van Agamemnon af.

AgamemnonHeel Griekenland sprak schande van deze euveldaad. Iedereen vond het afschuwelijk dat de grote aanvoerder op zo’n oneervolle manier moest sterven.

 

9        Odysseus

9.1      Inleiding

Nadat de Trojaanse oorlog in het voordeel van de Grieken had uitgepakt gingen alle overgebleven soldaten met een flinke krijgsbuit naar huis. De goden zorgden voor een gunstige wind en iedereen keerde zonder problemen naar huis. Het lot was Odysseus echter minder gunstig gezind en hij moest nog een grote portie ellende doorstaan. Het verhaal van de terugreis van Odysseus staat beschreven in het epos de Odyssee van Homerus. Evenals de Ilias is de Odyssee gebaseerd op een aantal volksverhalen en mythen. Het is dan ook niet geheel duidelijk welke onderdelen door Homerus zelf zijn geschreven.

In dit hoofdstuk wordt min of meer een chronologische volgorde van de gebeurtenissen aangehouden. In de Odyssee is dit niet het geval. Er wordt begonnen met een verslag van de reis van Odysseus vanaf Troje tot zijn aankomst in zijn woonplaats Ithaca. Daarna wordt ingegaan op de avonturen van zijn zoon Telemachos.

9.2      De reis van Odysseus

De terugreis van Odysseus verliep bepaald niet vlekkeloos. De narigheid begon al bij het aanmeren bij het eerste eiland.

Odysseus en een deel van zijn metgezellen verkenden het eiland op zoek naar water en voedsel. Op een gegeven moment ontdekten ze een grot die vol zat met schapenkooien en wijnvaten. De grot bleek al snel bewoond te zijn door een Cycloop. Toen de Cycloop terug kwam van zijn werk op het land plaatste hij een grote steen voor de uitgang van de grot zodat Odysseus en zijn vrienden ingesloten zaten. Even later ontdekte de Cycloop zijn gasten en vroeg naar hun naam. Odysseus vertrouwde de reus niet en vertelde dat hij “Niemand” heette. De Cycloop bleek al snel geen prettige gastheer te zijn. Elke dag pakte hij twee mensen op, plette ze tegen elkaar en vrat ze op.

Na een aantal dagen verzon Odysseus een list. Hij pakte een grote paal en sneed er een scherpe punt aan. Daarna legde hij de punt in de as van de open haard om hem te versterken. Bij de thuiskomst van de Cycloop plantten Odysseus en zijn mannen de paal in zijn oog. De cycloop werd dol en sprintte naar buiten. Toen de andere cyclopen vroegen wie hem blind had gemaakt zij de cycloop dat Niemand het had gedaan. De anderen verklaarden hem voor gek en hervatten hun werk.

Ondertussen had Odysseus al zijn overgebleven vrienden onder de buik van de schapen gebonden. De cycloop ging aan de rand van de grot zitten en voelde aan de rug van de schapen die naar buiten liepen. Het kwam niet bij hem op om onder de schapen te voelen. Uiteindelijk bereikte iedereen veilig het schip. Odysseus en zijn mannen voeren snel weg terwijl ze bekogeld werden door stenen van de woedende Cyclopen. Omdat de cycloop een zoon was van Poseidon koesterde de zeegod vanaf toen een grote wrok jegens Odysseus.

OdysseusHet volgende eiland dat de schepen aandeden zag er op het eerste gezicht liefelijk uit en iedereen kreeg weer wat hoop. Op dit eiland woonden echter de Lotuseters. Zij proberen iedereen te verleiden om van hun bloemen te eten. Zodra iemand van een lotusbloem eet vergeet hij alles om zich heen en wil nooit meer terug. Odysseus moest zijn bedwelmde verkenners daarom met geweld terug halen.

Na dit avontuur voeren de Grieken verder. Poseidon was de verminking van zijn zoon echter nog niet vergeten en hij veroorzaakte een grote storm zodat de schepen van Odysseus flinke averij opliepen en hopeloos verdwaalden. Ten langen leste strandden ze uitgeput op een onbekend eiland.

Dit eiland was de woonplaats van de kwaadaardige godin Cyrke. Zij veranderde elke indringer in dieren en maakte ze tot slaaf. Ook de verkenners van Odysseus ondergingen dit lot. Zij werden eerst hartelijk ontvangen door Cyrke. Ze bood de vermoeide en uitgehongerde Grieken een heerlijke maaltijd aan. Maar zodra iedereen klaar zat om te gaan eten deed Cyrke kruiden in de wijn zodat iedereen in varkens veranderde.

Eén van de verkenners wist te ontkomen en hij waarschuwde Odysseus. Deze probeerde uit alle macht een manier te verzinnen om zijn vrienden te bevrijden. Uiteindelijk kreeg hij hulp van Athene. Zij gaf Odysseus een drankje zodat hij immuun zou zijn voor de kruiden van Cyrke. Vervolgens liep hij met zijn overgebleven metgezellen naar Cyrke. Opnieuw probeerde ze iedereen in varkens te veranderen maar nu hadden haar kunsten geen effect. Cyrke werd bang en Odysseus bedreigde haar en dwong haar om zijn vrienden te bevrijden. Toen werd Cyrke poeslief en bood aan om het bed met Odysseus te delen. Aldus geschiedde en Cyrke werd een stuk vriendelijker. Ze was een paar maanden de gastvrouw van Odysseus en zijn vrienden.

Na verloop van tijd wilde Odysseus weer verder reizen. Cyrke raadde Odysseus aan om naar de onderwereld te reizen om de schim van de grote blinde ziener Theresias te raadplegen. Omdat elke Griek bang is voor de dood was iedereen wanhopig. Toch vertrokken ze van het eiland om koers te zetten naar de wereld van Hades en Persephone.

Om zichtbaar te worden voor levende mensen moeten schimmen uit de onderwereld bloed drinken. Daarom offerde Odysseus een koe zodra hij aangekomen was aan de rand van de dodenwereld. Hij liet eerst de schim van Theresias van het bloed drinken. Deze vertelde over de wrok van Poseidon en beschreef de weg die Odysseus moest nemen. Ook voorspelde hij dat hij uiteindelijk zonder zijn vrienden op een vreemd schip en in lompen gehuld tuis zou komen. Daarna verdween hij weer en konden de andere schimmen van het bloed drinken. Odysseus ontmoette zijn gesneuvelde strijdmakkers. Achilles verkondigde dat hij liever bedelaar onder de levenden was dan koning van de doden.

Toen ontmoette Odysseus de schim van Agamemnon en was nogal verbaasd hem aan te treffen. Agamemnon vertelde over zijn eerloze dood en het verraad van zijn vrouw. Odysseus reageerde geschokt en beloofde zijn dood te wreken. Daarna ontmoette Odysseus de schim van zijn moeder. Zij was van verdriet gestorven door de lange afwezigheid van haar zoon.

Nadat ze de onderwereld hadden verlaten kwamen ze bij twee grote rotsblokken die bekend stonden als De rotsen des doods. Zodra er iets binnen de rotsen kwam klapten ze tegen elkaar en verpletterden alles wat er tussen zat. Odysseus verzon een list om er ongeschonden doorheen te varen. Hij liet een duif los. Zodra de duif binnen de rotsen vloog klapten ze tegen elkaar en de duif werd vermorzeld. Toen de rotsen weer uiteen weken voeren de schepen zo snel als ze konden door de gevormde opening.

De volgende hindernis was het land van de Sirenen. Dit waren nimfen die aan een kust met scherpe kliffen woonden. Zij probeerden elk voorbijvarend schip met hun liefelijk gezang te lokken zodat het schipbreuk leed. Odysseus was echter gewaarschuwd door Theresias. Hij stopte de oren van zijn bemanning vol met was en liet zichzelf vastbinden aan de mast zodat hij naar de Sirenen kon luisteren. Toen hij de verleidelijke stemmen hoorde beval hij zijn vrienden om hem los te maken. Deze negeerden zijn bevelen en trokken de riemen nog harder aan. Nadat het schip ongehinderd door was gevaren werden de Sirenen woedend en bekogelden het schip met rotsblokken. Het schip was echter al te ver weg.

Toch waren de beproevingen van Odysseus en zijn vrienden nog niet afgelopen. Om een enorme draaikolk te ontwijken was het onvermijdelijk dat ze langs Scylla moesten varen. Dit was een kwaadaardig zeskoppig monster dat alles opvrat wat langs haar kwam. Hoewel Scylla onsterfelijk was probeerde Odysseus met het monster te vechten. Hij kon echter niet voorkomen dat Scylla zes van zijn vrienden greep en opvrat.

Diep bedroefd om het verlies van hun makkers voeren ze verder totdat ze bij het eiland Thrinakia

Kwamen (dit is het huidige Sicilië). Op dit land graasden prachtige koeien die gewijd waren aan Helios. Ondanks de waarschuwingen van Theresias begonnen de vrienden van Odysseus de koeien te slachtten. Hierop werd Helios bijzonder kwaad en snelde naar Zuis met het verzoek om alle vrienden van Odysseus om te laten brengen. Zeus beloofde dat met een plechtige hoofdknik. Vanaf dat moment was de dood van iedereen onvermijdelijk.

Zuis gaf opdracht aan Poseidon om een grote storm te veroorzaken die het schip met al zijn bemanning te vernietigen. Alleen Odysseus moest gespaard blijven omdat dat zijn lot was. Poseidon gaf hier natuurlijk graag blijk van en zorgde voor een storm die alles vermorzelde wat er in kwam.

Het schip van odieus versplinterde en iedereen verdronk. Alleen Odysseus kon zich nog net vastklampen aan de kiel van zijn schip.

Een paar uur later spoelde hij aan op het eiland Ogygia. Dit was de woonplaats van de beeldschone godin Calypso. Deze wordt al snel verliefd op hem en hield hem gevangen. Ze probeerde hem te verleiden met de belofte van onsterfelijkheid en een zalig leven tussen de goden. Odysseus verlangde echter intens naar zijn huis en zijn vrouw. Ziek van heimwee zat hij jarenlang eenzaam op een rots. Dit duurde zeven jaar totdat Athene te hulp schoot. Ze ging naar Zuis en smeekte hem om Odysseus vrij te maken. Zeus stemde toe en stuurde Hermes naar Calypso met het dringende verzoek om Odysseus vrij te laten. Calypso had weinig keus en hielp Odysseus met het bouwen van een vlot. Hiermee zette hij koers naar zijn woonplaats Ithaca.

De toorn van Poseidon was na al die tijd nog niet verstreken en veroorzaakte een nieuwe storm. Het vlot viel aan stukken en Odysseus verdronk op een haar na. Op het laatste moment werd hij geholpen door de zeenimf Uno. Zij maakte Odysseus met haar sluier onzichtbaar voor Poseidon en dreef hem naar een veilig stuk strand waar Odysseus uitgeput op neer viel.

Athene stuurde een meisje naar Odysseus toe. Zij vertelde dat ze de dochter was van de Koning van de Fajaken. Ze bracht Odysseus naar haar vader die hem gastvrij ontving, vooral toen Odysseus vertelde wie hij was. De vriendelijke koning was bereidt om Odysseus overladen met geschenken naar huis te brengen.

Eindelijk was Odysseus na tien lange jaren eindelijk in zijn geliefde Ithaca.

9.3      Telemachos

Ondertussen werd het huis van Odysseus geteisterd door een grote groep jonge mannen die zijn vrouw Penelope het hof maakten. Daarbij hielden ze bijna elke avond een groot feest waarbij enorme hoeveelheid vlees werd gegeten en wijn werd gedronken, Alles afkomstig uit de voorraden van odieus. Daarnaast dwongen ze de bedienden voor hen te werken en pleegden ontucht met de jonge vrouwen.

De zoon van Odysseus, Telemachos zag het gedrag van deze vrijers met toenemende ergernis aan. Deze lachten echter om zijn protesten en gingen ongestoord door met feestvieren.

Toen Telemachos meerderjarig werd riep hij de volksvergadering bijeen om zijn beklag te doen. Omdat veel van de vrijers zonen waren van mannen uit de omgeving stond bijna iedereen aan de kant van de vrijers.

TelemachusTelemachos besloot daarom te laten zien wat hij waard was aan iedereen en vertrok met enkele goede vrienden naar het koning Nestor om naar de thuiskomst van zijn vader te informeren. Nestor woonde op het eiland Pilos en was de oudste en wijste Griekse koning. Hoewel Telemachos als zoon van Odysseus hartelijk werd ontvangen kon Nestor niet veel vertellen. Hij raadde aan om naar Sparta te reizen om Menelaos te raadplegen. Hij was immers de laatste die Odysseus had gezien na het vertrek uit Troje.

Helaas kon ook Menelaos weinig vertellen maar hij verwees naar de zeegod Proteus.

Telemachos reisde toen naar e woonplaats van Proteus, een onherbergzaam eiland. Het kostte Telemachos de grootste moeite om de god aan de praat te krijgen omdat hij steeds van gedaante veranderde. Telemachos was hiervoor gewaarschuwd en liet niet los. Na een eindeloze worsteling gaf Proteus het op en verscheen in zijn ware gedaante. Hij vertelde aan Telemachos dat zijn vader nog leefde maar gevangen werd gehouden door Calypso.

Telemachos voer terug naar Menelaos die een paar weken zijn gastheer was. Uiteindelijk werd Telemachos door Athene gewaarschuwd dat zijn vader thuis was. Samen met enkele kostbare gastgeschenken trok hij toen naar huis.

Intussen beraamden de vrijers plannen om Telemachos te vermoorden. De sterkste vrijers voeren met een zwaarbewapend schip naar de ingang van de haven om |Telemachos op te wachten. Deze werd echter gewaarschuwd door Athene zodat hij naar een andere haven voer. Ook zei Athene dat hij niet direct naar huis moest gaan maar naar de trouwe varkenshoeder Eumaios.

Daar aangekomen treft hij een armoedige, in lompen geklede bedelaar. Na de maaltijd neemt deze Telemachos even apart en verteld dat hij zijn vader Odysseus is.

Na deze blije ontmoeting liep Odysseus opnieuw vermomd als bedelaar naar zijn huis om de vrijers met eigen ogen te zien. Deze bespotten hem en slingerden etensrestjes naar zijn hoofd. Eén vrijer wierp zelfs een voetenbankje naar hem toe dat hem pijnlijk op de schouders trof.

Odysseus werd woest onder al deze beledigingen maar onderging het zwijgend. Bij terugkeer naar de varkenshoeder smeedde hij plannen om de vrijers te laten boeten voor hun gedrag. Hierbij kreeg hij opnieuw hulp van Athene. Zij bezorgde Penelope een droom met een plan om de vrijers te testen.

De volgende morgen pakte Penelope de grote boog van Odysseus en 12 bijlen. Ze plaatste de bijlen op een rij en riep tegen de vrijers dat ze zou trouwen met degene die de boog kon spannen en een pijl door alle bijlen kon schieten. Elke vrijer probeerde het maar omdat ze week waren geworden door alle feesten   faalden ze allemaal. Uiteindelijk kreeg Odysseus de boog in handen. Terwijl hij de boog spande en een pijl door de bijlen schoot sloten Eumaios en Telemachos de deuren van de eetzaal. Toen wierp Odysseus zijn bedelaarslompen af en liet zich in volle glorie zien aan de geschokte vrijers. Odysseus pakte zijn pijlen en schoot elke pijl in de borst van een vrijer.

Odysseus en de vrijersUiteindelijk waren zijn pijlen op en hij pakte een paar speren. Samen met zijn zoon en de varkenshoeder slachtte hij iedereen meedogenloos af.

Nadat alle vrijers gedood waren liet odieus alle vrouwen halen die onttuigd met de vrijers hadden. Ze werden gedwongen om alle lichamen naar buiten te brengen alvorens ze werden opgehangen.

Toen de rust was wedergekeerd liet Odysseus zijn vrouw halen. Die kon in het begin niet geloven dat haar man thuis was maar uiteindelijk was ze overtuigd en stortte zich in zijn armen. Eindelijk konden ze samen de nacht doorbrengen in hun eigen bed. Athene vroeg Eos of ze voorlopig niet wilde verschijnen zodat hun nacht samen lang zou duren.

Na een tijdje vonden de goden het wel genoeg en lieten de dag weer verschijnen.

Die dag ging Odysseus naar zijn oude vader Laertes die een appelboomgaard buiten de stad had. Nadat hij zich bekend had gemaakt door middel van een oud litteken werd Odysseus door zijn vader omhelst en uitgenodigd voor het eten.

Uit ongenoegen voor de slachting van de vrijers dromden een groot aantal mensen samen bij het huis van Laertes. Gelukkig werd op het laatste moment een handgemeen voorkomen door toedoen van Mentor, de wijste en oudste man van Ithaca.

Voordat Odysseus rust kon vinden moest hij zich eerst verzoenen met Poseidon. Hij moest met een roeiriem door de woestijn van Afrika lopen. Zodra hij een voorbijganger tegenkwam die zei dat Odysseus een boom droeg moest hij de riem in de grond zetten en een stier offeren. Pas toen was Poseidon tevreden.

Na thuiskomst leefde Odysseus een lang en vredig leven. Uiteindelijk restte hem een zachte dood uit zee.[1]

 

10   Enkele korte sagen

10.1  Inleiding

Naast de lange en epische verhalen die hierboven werden weergegeven zijn er in de Griekse mythologie ook talloze korte sagen. Over het algemeen bevatten deze sagen een bepaalde moraal. Hieronder zijn vijf van de bekendste verhalen opgenomen.

Waarschijnlijk zullen veel van de namen u bekent voorkomen.

10.2  Arachne

Arachne was een jong meisje dat fabelachtig goed kon weven. Haar talent was zo groot dat het zelfs Athene opviel. De godin ontfermde zich over het meisje en gaf haar les. Vanaf dat moment waren de weefsels van Arachne van een goddelijke allure.

Het succes steeg Arachne al snel naar het hoofd en ze beweerde dat haar talent volledig uit zichzelf kwam. Athene hoorde dit en daagde Arachne, vermomd als oude vrouw, uit tot een wedstrijd. Arachne nam de uitdaging aan en de vrouwen begonnen met weven. Na afloop bleek dat de weefsels van Arachne verbleekten bij die van Athene. Daarom besloot Athene het meisje te straffen om haar vermetelheid. Ze veranderde Arachne in een spin die iedereen angst aanjoeg maar toch nog altijd de mooiste webben weefde.

10.3  Daedalus en Ikaros

Daedalus was een bijzonder goede architect en uitvinder uit Athene. Hij werd alleen overtroffen door zijn neef. Uit jaloezie vermoorde Daedalus hem en ontvluchtte samen met zijn zoon Ikaros de stad. Uiteindelijk kwamen ze op Kreta waar Daedalus in dienst trad bij koning Minos.

Omdat koning Minos het bestaan van de goden had betwijfeld werd hij zwaar bestraft. Zijn vrouw Pasiphaë tot waanzin gedreven. Ze wilde gemeenschap met een stier hebben. Om haar zonde te voorkomen gaf koning Minos Daedalus de opdracht om een houten stier te bouwen. Helaas werkte de namaakstier te goed en Pasiphaë werd zwanger. Na negen maanden baarde ze de monsterlijke Minotaurus. Dit was een reus met het lichaam van een mens en de kop van een stier. Koning Minos gaf nu aan Daedalus de opdracht om een groot labyrint te bouwen om de Minotaurus in op te sluiten.

Omdat hij het geheim van het Labyrint kende werd Daedalus, samen met zijn zoon opgesloten in zijn eigen doolhof. Het Labyrint was echter zo gemaakt dat het steeds van vorm veranderde. Daarom kon Daedalus de uitgang niet meer vinden. Na een dagenlange zoektocht besloot hij tot een ander plan. Hij verzamelde een grote hoeveelheid takjes en vogelveren. Deze bevestigde hij aan elkaar met behulp van bijenwas. Op die manier ontstonden twee paar vleugels. Deze bleken uitstekend te werken en vader en zoon wisten te ontsnappen.

Daedalus en IcarusDaedalus waarschuwde zijn zoom om niet te dicht bij de Zon te komen omdat anders de was zou smelten door de hitte . Ikaros was echter nog jong en onbesuisd. Hij sloeg de waarschuwing van zijn vader in de wind en vloog triomfantelijk steeds hoger totdat hij de zonnewagen van Helios naderde. Wat Daedalus had gevreesd gebeurde. De was smolt en Ikaros stortte in zee waar hij jammerlijk verdronk. Sindsdien staat deze zee bekend als de Ikarische zee.

10.3.1   Ariadne

Koning Minos had een dochter met de naam Ariadne. Op een dag werd zij verlieft op Theleus, een gevangene in het Labyrint. Ariadne bood aan om hem te ontsnappen op voorwaarde dat hij met haar zou trouwen. Theleus stemde toe en Ariadne gaf hem een scherp zwaard en een bol wol. Theleus rolde de draad uit zodat hij de weg terug kon vinden. Op een gegeven moment werd hij opgemerkt door de Minotaurus die onmiddellijk aanviel. Theleus wist het monster met één haal van zijn zwaard te onthoofden. Uiteindelijk bereikte Theleus de uitgang en Ariadne confronteerde hem met zijn belofte aan haar. Theleus wilde niets van een huwelijk weten en vluchtte weg.

Ariadne was diep bedroefd maar uiteindelijk zette ze zich over het verlies heen en trouwde met Dionysos.

10.4  Narcissus

Narcissus was de zoon van de riviergod Kephissos en de Nimf Liriope. Zij hoorde van de Blinde ziener Theresias dat Narcissus zou sterven zodra hij zichzelf leerde kennen. Daarom verwijderden ze alle spiegels uit de omgeving.

Omdat Narcissus zichzelf niet kende had hij er geen idee van dat hij steeds mooier werd. Hij legde zich volledig toe op de jacht zonder zich bewust te zijn van alle aandacht van vrouwen en zelfs mannen. Op een dag kwam hij de nimf Echo tegen. Dit beeldschone maar praatzieke meisje was ooit de minnares van Zeus. Daarom werd ze vervloekt door Hera. Ze kon vanaf toen alleen de woorden herhalen van mensen.

Toen Echo Narcissus zag werd ze op slag verliefd. Ze kon hem door haar vloek niet rechtstreeks aanspreken en ze moest wachtten tot Narcissus iets zei. Uiteindelijk hoorde Narcissus iets in de struiken en zei: Is daar iemand aanwezig ? Echo antwoorde daarop met : Aanwezig. Narcissus was in de war gebracht en keek op zich heen. Hij zag echter niets. Hij vroeg of ze zich wilde vertonen. Echo herhaalde de zin waarop Narcissus verontwaardigd vroeg waarom ze hem negeerde. Opnieuw werd de zin herhaald. Ten langen leste vroeg Narcissus: Laten we samen komen. Dit waren de woorden die Echo wilde horen. Ze herhaalde de zin uitbundig en rende de prachtige jager tegemoet. Deze deinsde echter geschokt achteruit en zei dat ze weg moest gaan. Echo liep toen van verdriet en schaamte de bossen in. Daar kwijnde ze weg totdat haar lichaam verdween en alleen haar stem nog overbleef. Deze herhaalt nog steeds de laatste woorden van mensen in grotten en zalen.

Jaren later ontmoette Narcissus wederom een jonge maagd die naar zijn liefde verlangde. Ook zij werd bruut afgewezen. De maagd bad daarop tot Aphrodite om ook Narcissus te laten voelen hoe het is om iemand lief te hebben die je liefde niet beantwoord. De godin verhoorde haar gebed en ze zorgde dat Narcissus verdwaalde en bij een vijver met kristalhelder water terecht kwam. Daar wilde hij zijn dorst lessen en boog voorover. Door de weerspiegeling van het water zag hij voor het eerst zijn spiegelbeeld. Hij was verrukt door het gezicht dat hij zag en dacht dat het een mooie bosgeest was. Hij werd meteen verliefd en probeerde het beeld te omhelzen en kussen. Zodra hij het water beroerde verdween het gezicht om weer terug te komen als het water weer rustig was geworden.

Narcissus praatte tegen zijn spiegelbeeld en smeekte om tevoorschijn te komen. Hij huilde van verlangen en frustratie maar zijn tranen vertroebelden het beeld. Narcissus schreeuwde het uit van frustratie maar er gebeurde niets. Uiteindelijk begon hij apathisch te worden. Hij at en dronk niet meer en zat slechts voorovergebogen naar zijn gezicht te kijken. Zijn schoonheid vervaagde en hij werd steeds magerder. Uiteindelijk stierf hij.

Toen de waternimfen rouwend het water uitkwamen om Narcissus te begraven konden ze nergens een lichaam vinden. Op de plaats waar hij had gezeten bloeide alleen een prachtige witte bloem. Deze kreeg de naam Narcis.

10.5  Koning Midas

Midas was de koning van Frygië. Hij was een wat naïeve vorst die liever in zijn woeste koninkrijk wandelde dan regeerde. Hij had echter een groot geheim. Hij had een paar ezelsoren op zijn hoofd die hij verborg onder een hoge kroon. In de Griekse mythologie komen twee verklaringen voor deze merkwaardige afwijking voor.

MIDASHet eerste verhaal begint met één van de wandelingen van koning Midas. Op een gegeven moment hoorde hij hulpgeroep vanuit het bos. Hij ontdekte dat de kreten afkomstig waren van de sater Silenos. Deze was in beschonken toestand met zijn haar verstrikt geraakt in een doornige struik. Koning Midas snelde toe en bevrijdde het arme boswezen. De sater bleek een zoon te zijn van Dionysos. De god was erg dankbaar en hij zei tegen Midas dat hij een wens mocht doen. De hebberige koning vroeg om alles wat hij aanraakte in goud te laten veranderen.

Zijn wens kwam uit en toen koning Midas een boom aanraakte veranderde deze op slag in puur goud. Koning Midas raakte daarna een rivieroever aan en ook die veranderde plotsklaps in het gele edelmetaal. Sindsdien wordt in de omgeving van Frygië regelmatig goud gevonden.

Midas liep dolblij terug naar zijn paleis en veranderde al zijn meubels in goud. De vreugde duurde echter niet lang. Koning Midas liet een feestmaal bezorgen. Maar zodra hij zijn voedsel aanraakte transformeerde het direct in oneetbaar metaal . De koning was ten einde raad, vooral nadat hij zijn eigen zoon per ongeluk aanraakte. Daarop bad Midas tot Dionysos om de wens ongedaan te maken. De god herriep de wens maar hij strafte de koning met een stel ezelsoren voor zijn naïviteit.

Het tweede verhaal gaat over de god Pan. Deze god speelde melodieën op zijn rietfluit die bij veel mensen in de smaak vielen. Dit vergrootte de eigendunk van Pan en hij was zo vermetel om Apollo uit te dagen voor een muziekwedstrijd. Apollo accepteerde het aanbod en er werd een wedstrijd georganiseerd.

Pan begon als eerste te spelen en iedereen was verrukt om de bijzondere wijsjes uit de rietfluit. Maar toen begon Apollo te spelen op zijn lier. Het publiek werd betoverd door schitterende golven van klanken en melodieën Het was duidelijk dat hij met overtuiging gewonnen had en de scheidsrechter Tmolos wilde de prijs aan hem geven.

Maar koning Midas was een grote fan van Pan en riep verontwaardigd vanuit het publiek dat hij de muziek van Pan veel mooier vond. Tmolos zei dat hij dat onmogelijk kon hebben gehoord waarop Midas antwoordde dat er niets aan zijn oren mankeerde. Apollo werd boos en zei tegen Midas en riep naar de domme koning dat hij het niet waard was om de oren van een mens te dragen. Hij veranderde daarna de oren van koning Midas in een stel behaarde ezelsoren.

Midas vertelde niemand over zijn geheim. Alleen zijn kapper wist er van. Na een aantal jaren kon de arme barbier zijn geheim niet langer voor zich houden. Hij liep naar het platteland, groef een diepe kuil en fluisterde: ‘Koning Midas heeft ezelsoren.” Daarna liep hij tevreden terug naar het paleis.

Op de plaats van de kuil groeide later een rietbos. Als de wind door dit riet waaide was aan het geruis duidelijk te horen: Koning Midas heeft ezelsoren. Koning Midas heeft ezelsoren’.’

Zo wist al snel het hele land van de schande van hun koning. Toen Midas dat hoorde stierf hij van schaamte.

10.6  Perseus

Het eiland Argos had een koning met de naam Akrisios. Hij was getrouwd met Eurydike en had een beeldschone dochter met de naam Danaë. Hij had van een orakel gehoord dat hij eens door zijn kleinzoon zou worden gedood. Daarom sloot hij Danaë op in een ondoordringbare bronzen toren. Daar moest ze gevangen blijven tot ze oud genoeg was om geen kinderen te krijgen. De oppergod Zeus had echter zijn oog laten vallen op het mooie meisje. Hij veranderde zich in een gouden regen zodat hij door de tralies kon glippen. Nadat Zeus gedaan had wat hij moest doen werd Danaë zwanger. Negen maanden later baarde ze een jongen die ze de naam Perseus gaf.

Al snel ontdekte koning Akrisios tot zijn afschuw dat hij een kleinzoon had. Hij besloot zich van zijn dochter en kleinzoon te ontdoen en stopte ze in een kist die hij in zee wierp. Maar de kist bleef heel en spoelde aan bij het eiland Seriphos. De drenkelingen werden ontdekt door de vriendelijke visser Dyktus die hen opnam in zijn gezin. Hun geluk duurde echter niet lang omdat de koning van het eiland, de kwaadaardige Polydiktes, Danaë als vrouw wil. Perseus wilde dit kostte wat kostte voorkomen en zwoer dat hij de koning zou verstenen met het hoofd van Medusa. Medusa was de leidster van de Gorgonen, een stel vrouwelijke monsters die iedereen aanvielen die ze tegenkwamen. Medusa had een oerlelijk hoofd met slangen als haar en een stel bloeddoorlopen slachttanden. Ze was zo lelijk dat iedereen die haar aankeek onmiddellijk in steen veranderde.

Perseus had geen idee hoe hij de kwestie aan moest pakken en vroeg zijn machtige vader om hulp. Deze zond Athene om hem te helpen. De Godin vertelde dat er bij de rivier de Styx een aantal nimfen woonden die konden helpen. Ook gaf ze aan Perseus een spiegelend schild zodat hij Medusa niet rechtstreeks aan hoefde te kijken.

Van de nimfen kreeg Perseus de helm van Hades die hem onzichtbaar maakte. Ook gaven ze hem wapens en een zak om het hoofd in te stoppen. Bovendien mocht hij de sikkel en de gevleugelde sandalen van Hermes lenen.

Eenmaal aangekomen bij de woonplaats van de Gorgonen. Naderde Perseus behoedzaam en kijkend via zijn schild naar Medusa toe. Hij wist met één haal van zijn sikkel het hoofd af te hakken en snelde vliegensvlug weg, gedragen door de magische sandalen van Hermes.

Uiteindelijk kwam Perseus aan bij het land van de Hesperiden, de bewaaksters van de beroemde boom met gouden appels. Hij wilde daar gaan uitrusten van zijn avonturen maar werd tegengehouden door de Titan Atlas. Perseus had geen zin in een gevecht en haalde het hoofd van Medusa uit de zak. Bij de aanblik versteende Atlas onmiddellijk en veranderde in wat nu het Atlasgebergte is.

Perseus vloog verder langs de kust van Ethiopië. Op een gegeven moment ontdekte hij een meisje dat aan een boom was geketend. Hij snelde naar haar toe en vroeg wie ze was. Ze vertelde dat ze Andromeda heette en dat ze de dochter was van koning Cepheus en koningin Cassiopeia. Deze laatste had Poseidon beledigd door te verkondigen dat ze mooier was dan zijn kleindochters, de Mereïden. Daarom stuurde hij een zeemonster met de naam Setus dat de kust van Ethiopië teisterde.

Een orakel had voorspeld dat het monster zou verdwijnen als Andromeda geofferd zou worden. Toen Preteus dit hoorde bood hij aan te helpen in ruil voor de hand van het meisje. Haar ouders stemden maar wat graag toe en Perseus doodde het monster met zijn sikkel. Daarna bevrijdde hij Andromeda en trouwde met haar.

De bruiloft werd echter wreed verstoord door Phineus, de oom van Andromeda. Hij beweerde al beloofd te zijn aan zijn nicht. Er begon een gevecht dat snel beslist werd omdat Perseus opnieuw het hoofd van Medusa tevoorschijn haalde zodat alle aanvallers in steen veranderde.

Na het einde van het gevecht voer Perseus met zijn jonge bruid terug naar Seriphos. Al snel ontdekte hij dat koning Polydektes zijn moeder nog steeds het hof maakte. Daarom liet Perseus Andromeda en snelde naar het paleis. Daar aangekomen verkondigde hij dat hij geslaagd was in zijn missie. Koning Polydektes wilde het bewijs zien en Perseus haalde opnieuw het hoofd van Medusa tevoorschijn en alle aanwezigen versteenden. Daarop gaf Perseus al zijn wapens aan Hermes die ze terugbracht naar de nimfen. Het hoofd schonk hij aan Athene die het op haar schild bond.

Vervolgens voeren Perseus en Andromeda naar Argos zodat hij zijn erfdeel kon halen bij zijn grootvader, koning Akrisios. Deze herinnerde de profetie over zijn dood door zijn kleinzoon en hij vluchtte naar zijn goede vriend koning Teutamides. Perseus hoorde hiervan en besloot zijn grootvader te volgen.

Koning Teutamides hield toevallig een groot feest ter ere van de verjaardag van zijn vader. Eén van de onderdelen van het feest waren spelen. Iedere jonge man deed mee met een sportieve activiteit. Natuurlijk deed Perseus ook mee en hij wilde zijn kracht tonen aan het publiek. Daarop pakte hij een zware bronzen schijf en wierp die zo ver mogelijk weg. Zo introduceerde hij het discuswerpen.

Door een noodlottige speling van het lot stak er een wind op die de schijf in het publiek dreef. Hij trof het hoofd van koning Akrisios die op slag stierf.

perseusDoor de dood van zijn grootvader werd Perseus koning van Argos. Hij wilde echter niet regeren over het land van de koning die hij gedood had. Daarom ruilde hij het en werd koning van Tiryns. Daar stichtte hij een aantal steden en kreeg veel kinderen van Andromeda.

 

11   Literatuur

 

Homerus. De terugkeer van Odisseus, Odissee. Bakker 1978

Homerus. Ilias, de wrok van Achilles. De Arbeiderspers 1993

Plowen L et al. Giekse mythen en legenden. B.p.c. publishing limited-Londen. 1970

Schwab, G. Griekse en Romeinse sagen. U.M. Holland, Haarlem 1982

www.wikipedia.nl

 

 

Homerus vertelt niet wat de doodsoorzaak precies is, alleen dat hij uit zee komt. [1]